Nadat je jouw merk geregistreerd hebt, heb je ‘in principe’ gedurende 10 jaar het alleenrecht op het gebruik (de gebruiksplicht) ervan. Je leest het goed: in principe. Want – en veel ondernemers zijn zich daar onvoldoende van bewust – met alleen een merkregistratie ben je er nog niet. Je zult jouw merk vervolgens ook moeten gebruiken én bewaken, om er zeker van te zijn dat er geen inbreuk op wordt gemaakt. Die 2 must-do’s lichten we graag wat beter aan je toe.
Must do 1: je merk ‘normaal gebruiken’
De gebruiksplicht houdt in dat je je merk moet gebruiken zoals het staat geregistreerd om je te kunnen beroepen op jouw merkrecht. Gelukkig hoeft dit niet meteen na de registratie: je krijgt een bepaalde periode de tijd om je bedrijf op te starten en je producten of diensten te ontwikkelen, terwijl je al wel je merk hebt vastgelegd. In de Benelux en de EU is die periode 5 jaar. Pas na die 5 jaar moet je kunnen laten zien dat je je merk hebt gebruikt voor de geregistreerde waren en diensten, wanneer je een beroep doet op je merkrecht. Slaag je hier niet in? Dan kan dat ervoor zorgen dat iemand anders jouw merkrecht aanvalt en de registratie tegen kan gaan.
Waarom de gebruiksplicht eigenlijk best logisch is
Een stukje context bij deze regel is hier op zijn plaats. Als merkhouder kun je in theorie tot in de eeuwigheid het alleenrecht hebben op het gebruik van je merk. Na de eerste 10 jaar van jouw merkregistratie kun je deze immers gewoon weer met 10 jaar verlengen – en er zit geen limiet op hoe vaak je dat mag doen. Je hebt hier dus echt een monopolie te pakken – en dat is heel waardevol. Maar als je er in de praktijk eigenlijk niets mee doet, en je er dus kennelijk geen ‘gerechtvaardigd belang’ bij hebt om jouw monopolie-positie te behouden, kun je iemand anders ook dwarsbomen. Dit omdat je eerlijke concurrentie (‘mededinging’) dan onterecht onmogelijk maakt. Met de gebruikseis wordt dat voorkomen.
‘Normaal gebruik’, wat is dat eigenlijk?
Met de gebruiksplicht stelt het Hof van Justitie dat er sprake moet zijn van een ‘normaal gebruik’ van jouw merk. Met normaal gebruik wordt bedoeld dat je daadwerkelijk probeert om marktaandeel te krijgen met je merk. Je bent dus écht actief in de markt, met als duidelijk doel: afzet vinden om te behouden. Symbolisch gebruik ‘dat enkel ertoe strekt, de aan het merk verbonden rechten te behouden’ valt hier nadrukkelijk niet onder: doen alsof is dus geen optie. Je dient dit normaal gebruik ook aan te kunnen tonen. Bijvoorbeeld met pagina’s van een website waarop producten en/of diensten aangeboden worden, een gedateerde brochure of productcatalogus, gedateerde foto’s, productverpakkingen en/ of facturen.
Gebruik commerciële exploitatie reëel
Dit ‘normale gebruik’ wordt beoordeeld aan de hand van de omvang ervan. Het gebruik moet zodanig zijn, dat ‘de commerciële exploitatie reëel is’. Je kunt je voorstellen dat dit in de praktijk echt per geval apart bekeken moet worden. Soms is een minimaal gebruik van je merk namelijk al voldoende, om aan de norm te voldoen. Denk maar aan luxeproducten als exclusieve sportauto’s of zeiljachten. Daar hoef je er maar een paar van te verkopen, om van ‘commerciële exploitatie’ te kunnen spreken.
Dit ‘normale gebruik’ wordt beoordeeld aan de hand van de omvang ervan. Het gebruik moet zodanig zijn, dat ‘de commerciële exploitatie reëel is’. Je kunt je voorstellen dat dit in de praktijk echt per geval apart bekeken moet worden. Soms is een minimaal gebruik van je merk namelijk al voldoende, om aan de norm te voldoen. Denk maar aan luxeproducten als exclusieve sportauto’s of zeiljachten. Daar hoef je er maar een paar van te verkopen, om van ‘commerciële exploitatie’ te kunnen spreken.
Must-do 2: je merk bewaken
Direct vanaf het moment dat je jouw merk hebt gedeponeerd in het merkenregister (je hebt dan dus alleen nog maar de aanvraag gedaan), beschik je over de merkrechten en is jouw merk wettelijk beschermd tegen inbreukmakers. Maar het signaleren van de potentiële risico’s die zich vervolgens aandienen, dien je vervolgens zelf te doen. De overheidsinstantie heeft haar taak op dat moment namelijk volbracht en beoordeelt hierna niet of eventuele later verrichte merkaanvragen mogelijk inbreuk maken op het door jou geregistreerde merk. Dit wordt aan ‘de markt’ overgelaten en dien je als merkhouder dus zelf in de gaten te houden.
Nu denk je misschien dat het zo’n vaart vast niet loopt. Maar in de EU en de Benelux worden dagelijks toch echt zo’n 500 (!) nieuwe merknamen aangevraagd die wel eens verwarrend kunnen zijn met jouw naam. Een ander merk deponeert dan een merk met een teken (merknaam en/of logo) dat te sterk lijkt op dat van jou, wat afbreuk doet aan jouw originaliteit en onderscheidend vermogen. Dat kopieergedrag is ronduit zuur en brengt allerlei afbreukrisico’s met zich mee: op negatieve publiciteit, minder omzet én een hoop negativiteit waar niemand op zit te wachten.
Een jaar lang kosteloos merkbewaking
Long story short: je doet er goed aan jouw merk zorgvuldig te bewaken, zodat je tijdig op kunt treden tegen copycats en meelifters. Omdat je hier als ondernemer vaak de tools én tijd niet voor hebt, wordt merkbewaking meestal uitbesteed aan een merkenbureau. Bij Merk-Echt zien we die bewaking als part of the deal en verrichten we voor iedere nieuwe merkaanvraag een jaar lang kosteloos de merkbewaking.