De poging om de Limburgse vlaai erkend te krijgen door de Europese Unie wordt ook wel “Vlaaidiplomatie” genoemd. De Limburgers zijn erg trots op hun vlaai dus Nederland en België hebben een aanvraag ingediend bij de Europese Commissie om de Limburgse vlaai te laten beschermen met het label Beschermde Geografische Aanduiding (BGA). De Limburgers zijn het immers beu dat “ronde schijven plat deeg met een verdwaalde kers erop, tussen een laag fruitgelei” worden verkocht onder de noemer “Limburgse Vlaai”.
Europees streekproduct
Het label GBA is onderdeel van de Europese verordening die streekproducten een bescherming biedt tegen namaak. De beschermingscategorieën “beschermde oorsprongsbenaming” (bijvoorbeeld: Noord-Hollands Gouda en Noord-Hollandse Edammer) en “gegarandeerde traditionele specialiteit” (bijvoorbeeld: Hollandse Nieuwe, Italiaanse Mozzarellakaas en Spaanse Serranoham) vallen ook onder deze verordening.
Met het label BGA wordt de Limburgse vlaai erkend als Europees streekproduct. Wanneer de Limburgse vlaai het BGA label verkrijgt, mag vlaai enkel nog Limburgse vlaai heten als de vlaai dan ook écht in Limburg gemaakt is. Andere voorbeelden van producten met zo’n BGA label zijn Champagne, Roquefort en Irish Whiskey.
De aanvraagprocedure
Bij de beoordeling wat nou wel en wat nou niet een Limburgse vlaai is, gaat het er met name om hoe de Limburgse vlaai wordt gemaakt. De Limburgse vlaai waar België en Nederland nu Europese bescherming voor vragen, is tot in detail beschreven:
- Diameter van minimaal 10 en maximaal 30 centimeter
- Bodem van gistdeeg, maximaal 1 centimeter dik, maar stevig genoeg om als taartpunt uit de hand gegeten te kunnen worden.
- Vlaai moet minstens 140 gram en maximaal 1400 gram wegen, ongeacht de vulling.
- Per 1 kilogram bloem bevat het deeg minimaal 300 gram vetstof, 350 gram vloeistof (melk of water), 50 gram suiker, 30 gram gist (of equivalent van vloeibare/droge gist) en maximaal 20 gram zout.
- Een ei kan toegevoegd worden.
- Mogelijke vullingen: fruit (geen ananas of aardbeien), rijstpap, griesmeel, crème, pudding of suiker.
- Vulling en toplaag worden meegebakken met de taart.
- De vlaai mag niet diepgevroren worden na het bakken.
- De slagroom op de Limburgse vlaai hoort er niet bij.
Wanneer de Limburgse vlaai zo’n beschermde geografische aanduiding verkrijgt, is het van belang dat de vlaai dus ook daadwerkelijk op deze wijze wordt gemaakt én in Limburg.
Uitkomst van de procedure
Het is in ieder geval uitzonderlijk dat zo’n aanvraag tot bescherming van een geografische aanduiding wordt ingediend door twee landen samen. Maar of de Limburgse vlaai uiteindelijk de beschermde status krijgt is de vraag. Wanneer er geen bezwaar wordt gemaakt zal het ernaar uitzien dat de Limburgse vlaai de status wel verkrijgt.
Merk registreren
Voor een vlaai moet je bij de Limburgse bakker zijn, voor een merk moet je bij Merk-Echt zijn. Benieuwd of wij je kunnen helpen met je merk registreren? Neem dan gerust contact op via [email protected] of + 31 76 514 84 03. Je kunt ook online een afspraak inplannen met één van onze adviseurs.
Voor een vlaai moet je bij de Limburgse bakker zijn, voor een merk moet je bij Merk-Echt zijn. Benieuwd of wij je kunnen helpen met je merk registreren? Neem dan gerust contact op via [email protected] of + 31 76 514 84 03. Je kunt ook online een afspraak inplannen met één van onze adviseurs.