• 07-06-2024
  • Nieuws
  • 2 minuten leestijd

Je loopt door een drukke winkelstraat en hoort een meisje tegen haar vriendin zeggen dat ze nieuwe “patta’s”, een “jacka” en een “brakka” wil kopen die haar “swag” geven. Even later hoor je in de trein een jongen aan een vriend vragen of hij meegaat naar een leuke “fissa”. Deze vriend heeft geen “doekoe” meer dus hij kan helaas niet mee en dat is geen “fattoe”. Je kan er tegenwoordig niet meer omheen. Overal waar je komt, hoor je straattaal, vooral onder de jeugd. De populariteit van deze woorden is ook terug te zien binnen het merkenrecht. Maar kan straattaal een merk vormen? In deze blog vertel ik je er graag meer over.

Onderscheidend vermogen

De belangrijkste eis binnen het merkenrecht vormt het vereiste van het onderscheidend vermogen. Merken moeten de consument in staat stellen de waren en/of diensten, die onder dat merk worden aangeboden, te onderscheiden van de waren en/of diensten van andere ondernemingen. Het merk Mango is een sterke naam voor een kledingconcern. Mango kan zich door deze naam onderscheiden van andere kledingwinkels. Dit zou anders zijn in het geval het merk Mango wordt aangevraagd voor verse vruchten. In dat geval zou er niet worden voldaan aan het vereiste van onderscheidend vermogen. Lees hier meer over het onderscheidend vermogen van een merk.

Straattaal binnen het merkenrecht

Een trend die we nu veel zien binnen de merkenrechtelijke praktijk is dat bedrijven hip en jong willen zijn en straattaalwoorden gebruiken voor hun waren of diensten. Toen straattaal nog niet zo veel te horen was, was het misschien mogelijk om bijvoorbeeld “Fissa” voor het organiseren van feestjes (klasse 41), “Batra” voor rum (klasse 33) en “Waggie” voor vervoermiddelen (klasse 12) vast te leggen. Nu straattaal steeds gangbaarder, en daarmee bekender, wordt, zullen dergelijke merkaanvragen niet meer geaccepteerd worden. De gemiddelde consument zal tegenwoordig de betekenis van de woorden uit de straattaal herkennen en ze daardoor eerder als beschrijvend voor de desbetreffende waren of diensten zien.

Logo merkaanvraag

Om toch onderscheidend vermogen te krijgen, en om dus uiteindelijk in het merkenregister ingeschreven te kunnen worden, moet er een logo aan de merkaanvraag worden toegevoegd. Dit logo moet niet ook beschrijvend van aard zijn. In bovengenoemde gevallen mag er dus geen gebruik worden gemaakt van respectievelijk een afbeelding van een ballon, een afbeelding van een fles en een afbeelding van een auto. Indien je, daarentegen, het woord “Patta” wil vastleggen voor beddengoed (klasse 24) of “Brakka” voor make-up (klasse 3) dan is dit geen probleem. Schoenen hebben geen directe link met beddengoed en broeken niet met make-up.

Brakka is straattaal voor broek.
Fissa is straattaal voor feestje.
Waggie is straattaal voor auto.
Patta’s is straattaal voor schoenen.
Jacka is straattaal voor jas.
Swag is straattaal voor cool.
Doekoe is straattaal voor geld.
Fattoe is straattaal voor grapje.
Batra is straattaal voor fles drank.

Conclusie

Mocht je erover nadenken om een woord afkomstig uit de straattaal vast te leggen als merk dan dien je goed na te denken of het wel of geen onderscheidend vermogen bezit. Indien je hier meer informatie over zou willen ontvangen of andere vragen hebt dan adviseren wij je graag. Neem contact op via 076-5148403, [email protected] of plan een afspraak in. Dan rest mij nu nog af te sluiten in straattaal met “challas”!

Gratis adviesgesprek
Modelbewaking

Gerelateerde blogs

Auteursrecht Mickey Mouse vervalt maar Disney blijft vastberaden

Auteursrecht Mickey Mouse vervalt maar Disney blijft vastberaden

Lees meer
Merkenrecht is niet crom

Merkenrecht is niet crom

Lees meer
AI afbeeldingen: Griekse zwembadpaleizen en Facebook fraude

AI afbeeldingen: Griekse zwembadpaleizen en Facebook fraude

Lees meer